Via deze weg willen wij u informeren over een aantal inhoudelijke wijzigingen van het pensioenreglement. In het pensioenreglement heeft het bestuur de definities van pensioenrichtdatum en pensioeningangsdatum, artikel 5, artikel 6 en artikel 16 aangepast en zijn er een drietal addenda toegevoegd.
Onderstaand een toelichting op de wijzigingen.
Definities van Pensioenrichtdatum en Pensioeningangsdatum
“De pensioenrichtdatum is de eerste van de maand waarin de 67ste verjaardag wordt bereikt i.p.v. de 67ste verjaardag (die beter zou aansluiten bij de CAO-bepalingen). Ook het partner- en wezenpensioen gaan in op de eerste van de maand waarin de deelnemer is overleden. Wij hebben hiervoor moeten kiezen omdat Aegon niet bij machte is om bij pensioeningang pro-rata pensioen uit te keren. Deze wijziging is mogelijk geworden nu de Belastingdienst bevestigd heeft dat reeds nu gebruik gemaakt mag worden van de overige fiscale pensioenmaatregelen die in de zgn. Veegwet Pensioenen zijn opgenomen: pensioeningang zoals nu beschreven is daarvan onderdeel.
Artikel 5 Financiering en aanwending van de beschikbaar gestelde premie
Artikel 5 is grondig herschreven. De Pensioenwet bepaalt nu dat de premie kostendekkend moet zijn. Het financieren van premietekorten ten laste van het vrij vermogen is alleen in uitzonderlijke omstandigheden toegestaan. Bij onvoldoende premie wordt nu de pensioenopbouw verlaagd.
Artikel 6 Ouderdomspensioen
In dit artikel hebben we de opbouwpercentages zoals overeengekomen door cao-partijen gehandhaafd. De verlaagde opbouw in 2016 is in addendum 8 vermeld.
Het derde lid hebben we in overeenstemming gebracht met artikel 17.
Artikel 16 Uitruil ouderdomspensioen en partnerpensioen
Artikel 16 geeft nu ook de mogelijkheid om bij echtscheiding een deel van het ouderdomspensioen af te splitsen voor partnerpensioen. Deze wijzing werd door de fiscus geëist.
Addendum 7, 8 en 9
Addendum 7: afwijking van artikel 5 (i.v.m. het inlopen van het premietekort)
Addendum 8: verlaagde opbouw in 2016
Addendum 9 bevat een overzicht van de historische opbouwpercentages voor het ouderdoms- en partnerpensioen.