Op 7 februari 2017 hebben wij u geïnformeerd over het tijdelijk opschorten van de waardeoverdrachten ten gevolge van het Programma Overhead & Management om te kunnen onderzoeken wat de impact op het fonds is. Het bestuur heeft inmiddels definitief besloten om niet mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdracht van deelnemers die Transavia hebben, of nog gaan verlaten in het kader van het programma Overhead & Management. Hieronder lichten wij de achtergrond van ons besluit toe.
Door de reorganisatie in het kader van het Programma Overhead & Management, zijn inmiddels een groot aantal medewerkers uit dienst gegaan. Als er verhoudingsgewijs veel medewerkers in een relatief korte tijd het bedrijf verlaten is de financiële impact door de bijbetalingsverplichting voor het pensioenfonds onevenredig groot.
De bijbetalingsverplichting ontstaat door het verschil tussen de geldende rente ten tijde van de pensioenopbouw en de actuele lage rente. De bijbetalingen komen ten laste van het eigen vermogen van het fonds. Elke uitgaande waardeoverdracht vermindert derhalve financiële positie van het fonds en daarmee het belang van de achterblijvende deelnemers (actieve en gewezen) en gepensioneerden van het fonds.
De primaire doelstelling van het eigen vermogen is om het te gebruiken als financieringsbron voor het toekennen van toeslagen. Een afname van het eigen vermogen leidt tot minder of lagere toeslagen. Het bestuur is van mening dat dit niet strookt met een evenwichtige belangenbehartiging. De forse bijbetalingsverplichting is ten gunste van een relatief kleine groep vertrekkende deelnemers. De overige deelnemers dragen hier onevenredig in bij.
Omdat aan de beëindiging van de dienstbetrekkingen en deelnemingen een en dezelfde regeling ten grondslag ligt, een reorganisatie met collectief ontslag in het kader van het programma Overhead & Management, kan het pensioenfonds zich op het standpunt stellen dat hier geen sprake is van individuele beëindiging van de dienstbetrekking. Op grond hiervan is het fonds niet verplicht om mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdracht van (voormalig) medewerkers uit deze groep.
Voor de betrokken (voormalig) medewerkers betekent dit dat de tijdens het dienstverband bij Transavia opgebouwde gegarandeerde pensioenaanspraak bij het fonds blijft. Het bestuur beoordeelt elk jaar of zij op de opgebouwde pensioenaanspraak een toeslag verleent.
Indien gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld de rentestand) daartoe aanleiding geven, kan het bestuur in de toekomst besluiten om alsnog haar medewerking te verlenen.