Wat als ik in dienst kom?
In dienst komen bij Transavia
Als u in dienst komt bij Transavia, gaat u pensioen opbouwen in de pensioenregeling voor het grond / cabinepersoneel van Transavia, maar die wordt niet meer uitgevoerd door het pensioenfonds SPTGC. Ons pensioenfonds beheert het pensioen dat u tot 1 januari 2018 hebt opgebouwd.
Wat moet ik doen?
Voor meer informatie over de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2018 verwijzen wij u graag naar Transavia.
Let op: Hieronder leggen we (een onderdeel van) de pensioenregeling in algemene zin zo goed mogelijk uit. Om het duidelijk te houden gaan we hier niet in op details en afwijkende situaties. De precieze regels over wanneer, waar en voor wie recht ontstaat op pensioen vindt u terug in het Pensioenreglement. Alleen daaraan kunt u rechten ontlenen.
Wilt u meer informatie?
Hieronder vindt u meer informatie over:
Transavia kent een pensioenregeling voor het cabinepersoneel. Iedereen, behalve oproepkrachten, van 21 jaar of ouder die in dienst is bij Transavia als lid van het cabinepersoneel is deelnemer. Hierbij maakt het niet uit of u voltijd of deeltijd werkt. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Pensioenfonds Transavia Grond- en Cabinepersoneel (SPTGC).
Sinds 1 februari 2007 heeft Transavia een middelloonregeling op basis van een collectieve beschikbare premie. Dit betekent dat u per jaar pensioen opbouwt over het pensioengevend salaris dat u in dat jaar verdient. Uw uiteindelijke pensioenuitkering is de optelsom van alle opgebouwde pensioenen over uw jaren in dienst bij Transavia. Zie voor de hoogte van het pensioen dat u kunt opbouwen ‘Hoe wordt uw pensioen berekend?’. De pensioenregeling kent (sinds 1 februari 2007) voor de deelnemers (werknemers) de volgende pensioensoorten:
Voor wie? | Pensioen soort | Wanneer? | Hoe lang uitkeren? |
---|---|---|---|
U zelf | Ouderdomspensioen | Als u met pensioen gaat | Tot aan uw overlijden |
Uw partner | Partnerpensioen | Als u eerder overlijdt dan uw partner | Totdat uw partner overlijdt |
Uw kinderen | Wezenpensioen | Als u overlijdt en uw kinderen dan jonger zijn dan 18 (of uiterlijk 27 in geval van studie of invaliditeit) | Tot aan leeftijd 18 (of uiterlijk 27 in geval van studie of invaliditeit) |
Meer informatie over de inhoud van de pensioenregeling kunt u op onze website vinden in de rubriek downloads, in het Pensioenreglement en in andere rubrieken op onze website.
Bij een collectief beschikbare premieregeling blijven de inkomsten (de premie) en de uitgaven (alle pensioen die nu en in de toekomst moeten worden uitgekeerd) in balans. Het risico wordt door het collectief van deelnemers gedragen. Dat houdt in dat de verantwoordelijkheid van Transavia beperkt is tot de betaling van een vaste premie aan het pensioenfonds. Dit heeft als gevolg dat Transavia niet bijspringt als het pensioenfonds een tekort kent. Maar ook geen recht heeft op eventuele overschotten van het pensioenfonds. Hiermee is in de financiering en de hoogte van de premie rekening gehouden.
Wat zijn de risico’s van dit systeem? Transavia betaalt jaarlijks een vaste premie aan het pensioenfonds. Samen met de door de deelnemers te betalen bijdragen wordt deze premie gebruikt om de totale (uitvoerings-)kosten van het pensioenfonds te financieren. Onder normale omstandigheden is deze totale premie voldoende om de pensioenen zoals beschreven in het pensioenreglement op te bouwen. Dit is echter geen zekerheid. Dat betekent dat het risico van te weinig geld in het pensioenfonds uiteindelijk voor rekening komt van de deelnemers (werknemers). Met andere woorden: de nog op te bouwen pensioenen zijn niet gegarandeerd. Als het pensioenfonds dus een jaar te weinig geld heeft, dan zal er dat jaar geen of minder pensioen worden opgebouwd. En omgekeerd geldt dat als het pensioenfonds een overschot heeft, dit kan worden gegeven aan één of meer groepen belanghebbenden in het fonds. Bijvoorbeeld door de korting ongedaan te maken of door het verhogen van het pensioen met een toeslag.
Uw standaard pensioendatum is 67 jaar. U kunt er voor kiezen eerder, of gedeeltelijk eerder met pensioen te gaan. Uw pensioenuitkering wordt dan lager. Voor meer informatie over deze keuze leest u meer onder Wat als ik met pensioen ga?.
De hoogte van uw ouderdomspensioen wordt bepaald door het volgende:
- het aantal jaren dat u pensioen opbouwt bij Transavia
- uw gemiddeld verdiende pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris is het salaris inclusief alle elementen die meetellen bij de vaststelling van het levenslang ouderdomspensioen. Dit is gelijk aan 12 maal het bruto maandsalaris vermeerderd met de vakantie-uitkering en – indien van toepassing – de eindejaarsuitkering.
- het pensioen opbouwpercentage. Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt het jaarlijkse opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen 1,55%.
- de franchise. Dit is een deel van uw salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Dit vindt de overheid niet nodig omdat u ook AOW ontvangt. In 2017 is die € 13.683.
- de financiële positie van het pensioenfonds. Is de financiële situatie van het fonds niet goed, dan kan er in één of meerdere jaren minder pensioen worden opgebouwd dan het opbouwpercentage zoals hierboven onder 3. wordt genoemd. En het is mogelijk dat het pensioenfondsbestuur incidenteel besluit de pensioenen te verhogen met een toeslag.
- Hoe hoog is uw pensioenopbouw in een jaar?
Stap 1: als u de pensioenopbouw voor 1 jaar berekent neemt u hier 1 jaar.
Stap 2: neem het opbouwpercentage voor uw pensioen. Dit is 1,55%.
Stap 3: Bereken de pensioengrondslag. Bereken hiervoor eerst het pensioengevend salaris in een jaar. Trek hier de franchise van af van € 13.683.
Stap 4: vermenigvuldig de uitkomsten van stap 1, 2 en 3 met elkaar.
Voorbeeld
Esther Venema is 30 jaar en verdient € 2.000 bruto per maand. Haar vakantieuitkering bedraagt € 1.400 en de eindejaarstoeslag € 600. Esther is op 1 januari 2010 bij Transavia in dienst gekomen. Zij wil weten hoe hoog het pensioen is dat ze per jaar opbouwt. En ook welk pensioen ze in totaal, tot haar 67ste, kan opbouwen.
Stap 1: voor de pensioenopbouw voor 1 jaar rekenen we met 1 jaar opbouw. Als we ook het totaal op te bouwen pensioen voor Esther willen berekenen, nemen we de jaren tussen 2010 (datum start pensioenopbouw) en 67. Omdat Esther in 2010 30 was, kan zij maximaal 37 jaar pensioen opbouwen.
Stap 2: het opbouwpercentage per jaar is 1,55%.
Stap 3: het pensioengevend salaris is 12 * 2.000 (salaris)= € 24.000 + 1.900 (vakantieuitkering) + 600 (eindejaarstoeslag)= € 26.500. De pensioengrondslag is nu 26.500 min de franchise van 13.683 = € 12.817.
Stap 4: de pensioenopbouw in 1 jaar bedraagt 1 * 1,55% * 12.817 = 198,66 bruto per jaar.
Als Esther dit salaris tot haar 67ste houdt, dan is de hoogte van haar ouderdomspensioen op 67-jarige leeftijd 37 (dienstjaren) * 1,55% (opbouwpercentage) * 12.817 (pensioengrondslag) = 7.350 bruto per jaar.
Dit is het levenslange bruto ouderdomspensioen dat Esther ontvangt bovenop haar AOW-uitkering vanaf haar pensionering tot aan haar overlijden.
De partner met wie u bent gehuwd of met wie u een geregistreerd partnerschap heeft kan recht krijgen op partnerpensioen als u komt te overlijden. Als u wilt dat de partner waarmee u samenwoont bij uw overlijden recht kan krijgen op partnerpensioen, dan dient u aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zie hiervoor Wat als ik ga samenwonen?. De belangrijkste is dat u aan het pensioenfonds uw samenlevingsovereenkomst stuurt, dat u tenminste gedurende een half jaar een gezamenlijke huishouding voert en dat u geen familie van elkaar bent. Wilt u meer hierover weten: zie Wat als ik kom te overlijden?.
Als u bij Transavia in dienst komt, heeft u in veel gevallen een wettelijke recht om het pensioen dat u bij uw vorige werkgever heeft opgebouwd mee te nemen naar Transavia. Dit heet waardeoverdracht. Hierbij draagt u het pensioen van uw vorige werkgever over naar het Transavia pensioenfonds.
Let op: Bij waardeoverdracht tussen pensioenfondsen kan dit alleen als van beide pensioenfondsen de dekkingsgraad boven de 100% ligt. De dekkingsgraad geeft aan of het pensioenfonds voldoende geld heeft om iedereen straks een pensioen uit te betalen.
Waardeoverdracht moet u zelf aanvragen bij Aegon. U doet dit via het Formulier waardeoverdracht dat u bij Aegon kunt opvragen. Aegon vraagt vervolgens bij uw oude verzekeraar of pensioenfonds een opgave van uw opgebouwde pensioenen. Op basis daarvan krijgt u een voorstel voor de waardeoverdracht. U moet dan aangeven of u akkoord bent en dit document terugsturen. Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, moet uw partner ook voor akkoord tekenen. Nadat u dit formulier heeft teruggestuurd, wordt de waardeoverdracht voor u geregeld.
- U vindt het praktisch en overzichtelijk om al uw pensioenen bij één pensioenuitvoerder te hebben, en/of
- Mogelijk kan uw oude pensioenfonds opgebouwde pensioenen korten. Bij ons fonds is dat niet het geval.
Wat zijn de voordelen van waardeoverdracht? (afhankelijk van uw oude pensioenuitvoerder)
- Uw pensioen is niet verdeeld over verschillende pensioen potjes, en
- Uw opgebouwde pensioen wordt na waardeoverdracht niet gekort.
Wat zijn de nadelen van waardeoverdracht? (afhankelijk van uw oude pensioenuitvoerder)
- Uw opgebouwde pensioen wordt waarschijnlijk niet verhoogd met toeslagen
- Het partnerpensioen dat u wellicht heeft opgebouwd bij uw vorige werkgever vervalt. De waarde er van wordt omgezet in extra ouderdomspensioen in onze regeling.
Waardeoverdracht leidt dus niet altijd tot een beter pensioen. Bekijk dus goed de gevolgen van waardeoverdracht, ook voor uw partnerpensioen, voordat u besluit om uw pensioen over te dragen. U kunt altijd vrijblijvend een voorstel aanvragen voor waardeoverdracht bij Aegon met het hierboven genoemde formulier. Pas als u het voorstel hebt ontvangen besluit u of u wel of niet tot waardeoverdracht overgaat.
De procedure voor waardeoverdracht kent vele stappen die moeten plaatsvinden, hier is enige tijd mee gemoeid. Een doorlooptijd van 6 maanden is gebruikelijk.
De waarde van opgebouwd pensioen kan elk jaar afnemen vanwege inflatie/prijsstijgingen. Door middel van toeslagen kan deze waarde zo veel mogelijk op peil worden gehouden. Pensioenfondsen kennen hiervoor een toeslagbeleid.
Sinds 1 juli 2014 is het toeslagbeleid van het pensioenfonds gewijzigd in ‘niet doelgericht’. Dit betekent dat het pensioenfonds niet meer de ambitie heeft om de pensioenen jaarlijks te verhogen. Uw pensioen is dus niet waardevast. Uw opgebouwde pensioen zal daarom in waarde afnemen, elk jaar dat er inflatie is. Vindt u uw pensioen te laag, lees dan hieronder in ‘En wat als ik mijn pensioen te laag vind’ wat u hieraan kunt doen. Toch kan het bestuur van het pensioenfonds in een bepaald jaar besluiten om een toeslag te geven. Dit zal alleen zo zijn als het pensioenfonds voldoende geld heeft. Omdat bovendien de wettelijke eisen streng zijn, zullen toeslagen vermoedelijk niet vaak worden gegeven.
Toeslagen laatste 10 jaar
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers ( de werknemers) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:
Per | Over periode | Verhoging | Prijsinflatie |
---|---|---|---|
1 juli 2017 | 1april 2016 t/m 31 maart 2017 | 1,57% | 0,52% |
1 juli 2016 | 1 april 2015 t/m 31 maart 2016 | 0.00% | 0,45% |
1 juli 2015 | 1 april 2014 t/m 31 maart 2015 | 0,00% | -0,11% |
1 juli 2014 | 1 april 2013 t/m 31 maart 2014 | 0,00% | 0,74% |
1 juli 2013 | 1 april 2012 t/m 31 maart 2013 | 0,00% | 1,59% |
1 juli 2012 | 1 april 2011 t/m 31 maart 2012 | 4,75% | 2,05% |
1 juli 2011 | 1 april 2010 t/m 31 maart 2011 | 1,75% | 1,90% |
1 juli 2010 | 1 april 2009 t/m 31 maart 2010 | 0,00% | 0,67% |
1 juli 2009 | 1 april 2008 t/m 31 maart 2009 | 0,00% | 1,44% |
1 juli 2008 | 1 april 2007 t/m 31 maart 2008 | 3,5% | 1,91% |
1 juli 2007 | 1 april 2006 t/m 31 maart 2007 | 3,25% | 1,25% |
1 juli 2006 | 1 april 2005 t/m 31 maart 2006 | 0,00% | 1,17% |
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de inactieve deelnemers ( de oud medewerkers en de pensioengerechtigden) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:
Per | Over periode | Verhoging | Prijsinflatie |
---|---|---|---|
1 juli 2017 | 1 april 2016 t/m 31 maart 2017 | 1,57% | 0,52% |
1 juli 2016 | 1 april 2015 t/m 31 maart 2016 | 0.00% | 0,45% |
1 juli 2015 | 1 april 2014 t/m 31 maart 2015 | 0,00% | -0,11% |
1 juli 2014 | 1 april 2013 t/m 31 maart 2014 | 0,00% | 0,74% |
1 juli 2013 | 1 april 2012 t/m 31 maart 2013 | 0,00% | 1,59% |
1 juli 2012 | 1 april 2011 t/m 31 maart 2012 | 4,75% | 2,05% |
1 juli 2011 | 1 april 2010 t/m 31 maart 2011 | 1,75% | 1,90% |
1 juli 2010 | 1 april 2009 t/m 31 maart 2010 | 0,00% | 0,67% |
1 juli 2009 | 1 april 2008 t/m 31 maart 2009 | 0,00% | 1,44% |
1 juli 2008 | 1 april 2007 t/m 31 maart 2008 | 3,5% | 1,91% |
1 juli 2007 | 1 april 2006 t/m 31 maart 2007 | 3,25% | 1,25% |
1 juli 2006 | 1 april 2005 t/m 31 maart 2006 | 0,00% | 1,17% |
Kortingen laatste 10 jaar
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen in de laatste 10 jaar niet gekort. Uw opgebouwde pensioen kan niet gekort worden, omdat het pensioenfonds een garantiecontract met Aegon heeft afgesloten. Dit betekent dat de verzekeraars de pensioenen die u opgebouwd heeft garanderen. Dit is een nominale garantie: als u nu € 25.000 aan opgebouwd pensioen heeft, keert de verzekeraar op uw pensioendatum € 25.000 uit.
U heeft een aantal keuzemogelijkheden op pensioengebied. Hiermee kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke situatie als u met pensioen of uitdienst gaat. U heeft de volgende keuzen:
- Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen
- Eerder met pensioen of gedeeltelijk eerder met pensioen
- Eerst een hoger pensioen.
Zie hierover op de website Wat als ik met pensioen ga? en Wat als ik uit dienst ga?. U kan bij Aegon een berekening opvragen over wat deze keuzes betekenen voor (de hoogte van) uw pensioen. U kunt Aegon bellen (070 344 55 25) of mailen (pensioen@aegon.nl).
Als u ziek wordt en vervolgens arbeidsongeschikt, dan heeft u mogelijk recht op een WIA-uitkering van de overheid als u na 24 maanden nog steeds ziek bent. Bent u arbeidsongeschikt, dan betaalt het pensioenfonds (een deel van) de pensioenpremie door. Zo bouwt u nog steeds pensioen op, ook al bent u arbeidsongeschikt. U vindt meer informatie hierover op de website ‘Wat als ik arbeidsongeschikt word?.
Als u uit dienst gaat, dan bouwt u geen pensioen meer op bij ons pensioenfonds. Het opgebouwde ouderdomspensioen blijft voor u staan. Het wordt aan u uitgekeerd als u met pensioen gaat. Uw partnerpensioen komt te vervallen. Om te voorkomen dat bij uw overlijden uw partner geen uitkering krijgt wordt een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor partnerpensioen.
U heeft bij uitdiensttreding een aantal keuzes. U kunt namelijk het pensioen dat u heeft opgebouwd in veel gevallen meenemen naar een nieuwe werkgever. Dit noemen we waardeoverdracht. U vindt meer informatie hierover op de website Wat als ik uit dienst ga?.
Stichting Pensioenfonds Transavia Grond en Cabine (SPTGC) is een ondernemingspensioenfonds. SPTGC voert de pensioenregeling uit voor de grond en cabine medewerkers van Transavia.
Vanaf 1 juli 2014 bestaat het bestuur uit maximaal 7 leden: 3 leden namens de werkgever, 2 namens de werknemers en 1 namens de pensioengerechtigden en 1 voorgedragen door de vakbond. Het dagelijks bestuur van het fonds wordt gevormd door de voorzitter, penningmeester en de secretaris.
Het bestuur heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden voor een deel uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. De pensioenen zijn herverzekerd bij Aegon Levensverzekering N.V. Het vermogensbeheer is ondergebracht bij Aegon Asset Management.
Of het pensioenfonds er goed voor staat, wordt meestal uitgedrukt door de dekkingsgraad. Die geeft aan of er voldoende geld is. Voldoende geld om de opgebouwde pensioenen straks eventueel te kunnen verhogen. De opgebouwde pensioenen zelf zijn gegarandeerd door de verzekeraar. En kunnen dus niet gekort worden. Of uw pensioen in enig jaar verhoogd wordt, beslist het bestuur. Onder andere op basis van de financiële positie van het fonds. Als de financiële positie van een pensioenfonds niet voldoende is om de pensioenen te kunnen uitkeren, dan kan het pensioenfonds maatregelen treffen. Bijvoorbeeld toekomstige opbouw korten. Een pensioenfonds moet dan ook een herstelplan opstellen. Ons pensioenfonds heeft geen maatregelen hoeven treffen en heeft dus ook geen herstelplan.
Elke deelnemer (werknemer) aan onze pensioenregeling en elke pensioengerechtigde krijgt jaarlijks van verzekeraar Aegon een overzicht van het opgebouwde pensioen. Dit is het UPO, het uniform pensioenoverzicht. Oud-medewerkers die nog niet met pensioen zijn krijgen dit eenmaal per 5 jaar. Daarnaast kunt u altijd uw volledig opgebouwde pensioen zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Hierin zijn ook de AOW en pensioenen die u bij eventuele andere werkgevers hebt opgebouwd opgenomen.
Verhuist u binnen Nederland dan hoeft u dit alleen door te geven aan de gemeente. Onze pensioenuitvoerders ontvangen deze melding dan automatisch. Verhuist u naar een ander land of wijzigt uw bank- of gironummer, dan bent u verplicht om dit zo snel mogelijk schriftelijk aan het pensioenfonds te melden. Ook ingeval van wijziging in uw persoonlijke leefomstandigheden (huwelijk, echtscheiding, partnerschap, kinderen e.d.) bent u verplicht dit door te geven aan het pensioenfonds. Geeft u dit niet of niet tijdig door, dan kan dit van invloed zijn op uw recht op pensioenuitkeringen. Hiervoor kunt u contact opnemen met de heer Paul Jenner (tel. 020-6046438 of via mail paul.jenner@transavia.com).
Vragen of meer informatie?
Hebt u nog vragen of wilt u meer informatie over de pensioenregeling? U kunt terecht bij het secretariaat van ons pensioenfonds SPTGC (secretariaatSPTGC@transavia.com). Daarnaast kunt u ook de volgende informatie bij het pensioenfonds opvragen:
- het voor u geldende pensioenreglement
- de jaarrekening van het pensioenfonds
- de uitvoeringsovereenkomst
- indien dit van toepassing is (dat is nu niet het geval): het kortetermijnherstelplan en het langetermijnherstelplan
- informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds
- informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing (dat is nu niet aan de orde)
- informatie over de aanstelling van een bewindvoerder (dat is nu niet aan de orde)
- informatie over de consequenties van uitruil van de ene pensioensoort in de andere, van het eerder later ingaan van uw ouderdomspensioen en van het kiezen voor eerst een hogere ouderdomspensioenuitkering en daarna een lagere.
Klachtenprocedure
Heeft u een klacht over hoe het pensioenfonds de statuten of het pensioenreglement toepast? U kunt dan gebruik maken van de Klachtenprocedure.