Wat als ik met pensioen ga?
Let op: Hieronder leggen we (een onderdeel van) de pensioenregeling in algemene zin zo goed mogelijk uit. Om het duidelijk te houden gaan we hier niet in op details en afwijkende situaties. De precieze regels over wanneer, waar en voor wie recht ontstaat op pensioen vindt u terug in het pensioenreglement. Alleen daaraan kunt u rechten ontlenen.
Als u met pensioen gaat, ontvangt u een ouderdomspensioen. Dit ontvangt u vanaf uw 67e, maandelijks en zo lang u leeft.
- Uw partnerpensioen komt te vervallen als u met pensioen gaat. Om te voorkomen dat bij uw overlijden uw partner geen uitkering krijgt wordt een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor partnerpensioen. U kunt hier ook van afzien.
- U heeft diverse keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat. Zo kunt u uw pensioen verder aanpassen aan uw persoonlijke situatie. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een pensioen dat eerst hoger en vervolgens lager is. Of kunt u eerder of later dan op uw 67e met pensioen gaan. Als u maar heel weinig pensioen hebt opgebouwd,kan het zijn dat het pensioenfonds het pensioen wil afkopen. U krijgt dan een bedrag ineens.
- U kunt een deel van uw partnerpensioen omzetten in extra ouderdomspensioen.
- U heeft diverse keuzemogelijkheden als u met pensioen gaat. Zo kunt u uw pensioen verder aanpassen aan uw persoonlijke situatie. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een pensioen dat eerst hoger en vervolgens lager is. Of kunt u eerder of later dan op uw 67e met pensioen gaan. Als u maar heel weinig pensioen hebt opgebouwd,kan het zijn dat het pensioenfonds het pensioen wil afkopen. U krijgt dan een bedrag ineens.
Wat moet ik doen?
Als u eerder met pensioen wilt dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar, dan moet u dat zelf op tijd doorgeven aan het pensioenfonds. Over alle andere keuzemogelijkheden informeert ons pensioenfonds u. Dat gebeurt tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat. Als u niet wilt dat een deel van uw ouderdomspensioen wordt geruild voor partnerpensioen, dan moet u dit aangeven. Vul dan binnen 20 werkdagen na ontvangst het formulier van het pensioenfonds daarvoor in. Uw partner moet dit meetekenen. In alle gevallen is het belangrijk dat u uw contactgegevens actueel houdt, zodat ons pensioenfonds u altijd weet te vinden.
Wilt u meer informatie?
Hieronder vindt u meer informatie over:
Vragen of meer informatie?
Hebt u nog vragen of wilt u meer informatie over de pensioenregeling? U kunt terecht bij het secretariaat van ons pensioenfonds SPTGC (secretariaatSPTGC@transavia.com).
Behoort u tot deelnemersgroep 1 (in dienst voor 1 januari 2006)?
De hoogte van het ouderdomspensioen wordt bepaald door het volgende:
- het aantal jaren dat u pensioen opbouwde bij Transavia
- uw gemiddeld verdiende pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris is het salaris inclusief alle elementen die meetellen bij de vaststelling van het levenslang ouderdomspensioen. Dit is gelijk aan 12 maal het bruto maandsalaris vermeerderd met de vakantie-uitkering en met – indien van toepassing – de wisseldiensttoeslag, persoonlijke toeslag en marktwaardetoeslag.
- het pensioen opbouwpercentage. Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt het jaarlijkse opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen: 1,48%.
- de franchise. Dit is een deel van uw salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Dit vindt de overheid niet nodig omdat u ook AOW ontvangt. In 2017 is die € 17.802.
- de financiële positie van het pensioenfonds. Is de financiële situatie van het fonds niet goed, dan kan er in één of meerdere jaren minder pensioen worden opgebouwd dan het opbouwpercentage zoals hierboven onder 3. wordt genoemd. En het is mogelijk dat het pensioenfondsbestuur incidenteel besluit de pensioenen te verhogen met een toeslag.
Hoe hoog is uw pensioenopbouw in een jaar?
Stap 1: als u de pensioenopbouw voor 1 jaar berekent neemt u hier 1 jaar.
Stap 2: stel het opbouwpercentage voor uw pensioen vast .
Stap 3: Bereken de pensioengrondslag. Bereken hiervoor eerst het pensioengevend salaris in een jaar. Trek hier de franchise van af .
Stap 4: vermenigvuldig de uitkomsten van stap 1, 2 en 3 met elkaar.
Voorbeeld
Esther Venema is 30 jaar en verdient € 2.500 bruto per maand met daarbij € 600 bruto persoonlijke toeslag. Haar vakantieuitkering bedraagt € 2.400. Esther is op 1 januari 2010 bij Transavia in dienst gekomen. Zij wil weten hoe hoog het pensioen is dat ze per jaar opbouwt. En ook welk pensioen ze in totaal, tot haar 67ste, kan opbouwen.
Stap 1: voor de pensioenopbouw voor 1 jaar rekenen we met 1 jaar opbouw. Als we ook het totaal op te bouwen pensioen voor Esther willen berekenen, nemen we de jaren tussen 2010 (datum start pensioenopbouw) en 67. Omdat Esther in 2010 30 was, kan zij maximaal 37 jaar pensioen opbouwen.
Stap 2: Esther heeft een opbouwpercentage van 1,48% per jaar.
Stap 3: het pensioengevend salaris is 12 * 2.500 (salaris) + 600 (persoonlijke toeslag) = € 30.600 + 2.400 (vakantieuitkering) = €33.000. De pensioengrondslag is nu 33.000 min de franchise van 17.802 = € 16.198.
Stap 4: de pensioenopbouw in 1 jaar bedraagt 1 * 1,48% * 16.198 = 239,73 bruto per jaar.
Als Esther dit salaris tot haar 67ste houdt, dan is de hoogte van haar ouderdomspensioen op 67-jarige leeftijd 37 (dienstjaren) * 1,48% (opbouwpercentage) * 16.198 (pensioengrondslag) = 8870 bruto per jaar. Dit is het levenslange bruto ouderdomspensioen dat Esther ontvangt bovenop haar AOW-uitkering vanaf haar pensionering tot aan haar overlijden.
Als u eerder met pensioen wilt dan op de standaard pensioenleeftijd van 67 jaar, dan moet u dat zelf op tijd doorgeven aan het pensioenfonds. Over alle andere keuzemogelijkheden informeert ons pensioenfonds u. Dat gebeurt tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat.
Wat is partnerpensioen?
Partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt vanaf uw overlijden tot zijn of haar overlijden. Levenslang dus. Uw partnerpensioen vervalt niet als u uitdienst gaat of met pensioen. U kunt er op de pensioendatum, samen met uw partner, voor kiezen om dit partnerpensioen helemaal of voor een deel te ruilen tegen extra ouderdomspensioen. Deze ruil kent een voor- en een nadeel. Het voordeel van ruilen is dat u een hoger ouderdomspensioen krijgt. Het nadeel is dat er aan uw partner geen partnerpensioen wordt uitgekeerd als u eerder dan uw partner overlijdt. Kiest u voor het ruilen van een deel van het partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen? Dan is er een (veel) lager partnerpensioen dan eerst het geval was. Wat voor u verstandig is, hangt af van uw situatie. Heeft uw partner een eigen inkomen, dan is het misschien een idee om een deel van het partnerpensioen te ruilen. Is uw partner financieel afhankelijk van u? Dan kunt u waarschijnlijk het beste het partnerpensioen niet ruilen. Misschien is het dan juist een idee om een deel van uw ouderdomspensioen te ruilen voor een hoger partnerpensioen. Als u op uw pensioendatum geen partner heeft, dan wordt uw partnerpensioen automatisch geruild tegen een hoger ouderdomspensioen.
Wat zijn de keuzemogelijkheden bij pensionering?
Het partnerpensioen is verzekerd op opbouwbasis. Dat betekent dat ook bij pensionering er een partnerpensioen blijft bestaan. En het betekent ook dat als u geen partner heeft, u toch partnerpensioen opbouwt. Op de pensioeningangsdatum wordt dan het partnerpensioen automatisch uitgeruild voor een hoger ouderdomspensioen.
Voorbeeld
Het opgebouwde ouderdomspensioen van Lize Ibrahim is € 15.000 op haar pensioendatum. De man van Lize heeft geen eigen inkomen en daarom wil zij een deel van haar ouderdomspensioen ruilen tegen een partnerpensioen. Als het ouderdomspensioen wordt verlaagd naar ongeveer € 12.000 dan wordt het partnerpensioen ongeveer € 8.500 bruto per jaar.
Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze’.
Laat u niets binnen 20 werkdagen horen, dan wordt er niet een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor extra partnerpensioen. Als bij uitdienst gaan een partnerpensioen is verzekerd, dan kunt u opnieuw bij pensionering uw keuze maken. U kunt dan eventueel, met toestemming van uw partner, beslissen om het partnerpensioen terug te ruilen in extra ouderdomspensioen.