Wat als ik met pensioen ga?
Let op: Hieronder leggen we (een onderdeel van) de pensioenregeling in algemene zin zo goed mogelijk uit. Om het duidelijk te houden gaan we hier niet in op details en afwijkende situaties. De precieze regels over wanneer, waar en voor wie recht ontstaat op pensioen vindt u terug in het Pensioenreglement. Alleen daaraan kunt u rechten ontlenen.
Als u met pensioen gaat, ontvangt u een ouderdomspensioen. Dit ontvangt u vanaf uw 58e, maandelijks en zo lang u leeft. U heeft een aantal keuzemogelijkheden. Zo kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke situatie. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een pensioen dat eerst hoger en vervolgens lager is. Of kunt u eerder of later dan op uw 58e met pensioen gaan. U kunt een deel van uw ouderdomspensioen omzetten in partnerpensioen. Als u maar heel weinig pensioen hebt opgebouwd, kan het zijn dat het pensioenfonds het pensioen wil afkopen. U krijgt dan een bedrag ineens.
Wat moet ik doen?
Als u eerder met pensioen wilt dan op de standaard pensioenleeftijd van 58 jaar, dan moet u dat zelf doorgeven aan het pensioenfonds. Over alle andere keuzemogelijkheden informeert ons pensioenfonds u tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat. In alle gevallen is het belangrijk dat u uw contactgegevens actueel houdt, zodat ons pensioenfonds u altijd weet te vinden.
Wilt u meer informatie?
Hieronder vindt u meer informatie over:
Hoe hoog is (of wordt) uw pensioenuitkering van het Transavia pensioenfonds?
De hoogte van uw ouderdomspensioen hangt onder andere af van het aantal jaren dat u pensioen hebt opgebouwd bij Transavia tot en met 31 december 2015. Dat is het moment waarop Transavia een nieuwe pensioenregeling heeft ingevoerd. Bij ons pensioenfonds heeft u vanaf 1 juli 2006 tot 1 januari 2016 pensioen opgebouwd op basis van een middelloonregeling. Deze middelloonregeling houdt in dat u per jaar pensioen opbouwt over het pensioengevend salaris dat u in dat jaar verdient. Uw uiteindelijke pensioen is de optelsom van de pensioenen die u elk jaar heeft opgebouwd. Over de hoogte van uw andere pensioenen bij ons pensioenfonds, het partner- en wezenpensioen en het beroepsongeschiktheidspensioen, zie Wat als ik kom te overlijden? en Wat als ik beroepsongeschikt word (BOP)?.
Waar vindt u een overzicht over de hoogte van uw Transavia pensioen?
Elke pensioengerechtigde krijgt jaarlijks van verzekeraar Aegon een overzicht van het opgebouwde pensioen. Dit is het UPO, uniform pensioenoverzicht. Daarnaast kunt u altijd uw opgebouwde pensioen zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Hierin zijn ook de AOW en pensioenen die u bij eventuele andere werkgevers hebt opgebouwd opgenomen.
De pensioenregeling kent (sinds 1 juli 2006) de volgende pensioensoorten voor de deelnemers (werknemers):
Voor wie? | Pensioen soort | Wanneer? | Hoe lang uitkeren? |
---|---|---|---|
U zelf | Ouderdomspensioen | Als u met pensioen gaat | Tot aan uw overlijden |
U zelf | Beroepsongeschiktheidspensioen | Als u voor uw 56e volledig arbeidsongeschikt raakt | Uiterlijk tot aan uw 58ste |
Uw partner | Partnerpensioen | Als u eerder overlijdt dan uw partner | Totdat aan het overlijden van uw partner |
Uw partner | ANW overbruggingspensioen | Als u eerder overlijdt dan uw partner | Tot aan de AOW-leeftijd van uw partner (let op: dit recht op pensioen vervalt bij uitdiensttreding) |
Uw kinderen | Wezenpensioen | Als u overlijdt en uw kinderen dan jonger zijn dan 21 (of uiterlijk 27 in geval van studie of invaliditeit) | Tot aan leeftijd 21 (of uiterlijk 27 in geval van studie of invaliditeit) |
Ieder jaar bouwt u pensioen op over een deel van het loon dat u in dat jaar hebt verdiend. Het deel van uw loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Voor 2015 is dit € 12.642. Het bedrag dat overblijft als we de franchise aftrekken van uw bruto jaarsalaris noemen we de pensioengrondslag. Over die pensioengrondslag bouwt u jaarlijks 1,224% aan pensioen op.
Rekensom
Stel, u bent 30 jaar en uw pensioensalaris is in 2015: € 72.642
De franchise in 2015: € 12.642 -/-
Uw pensioengrondslag is dan: € 60.000.
Hierover bouwt u in 2015 1,224% aan ouderdomspensioen op = € 734,40.
Oftewel, als u precies 1 jaar bij Transavia heeft gewerkt, dan ontvangt u vanaf uw pensioengerechtigde leeftijd, jaarlijks € 734,40 tot aan uw overlijden. Meer informatie vindt u in het Pensioenreglement.
U heeft een aantal keuzemogelijkheden. Hiermee kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke situatie als u met pensioen wilt gaan (dit geldt ook voor oud-werknemers):
- Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen
- Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen
- Later met pensioen
- Eerder met pensioen of gedeeltelijk eerder met pensioen
- Eerst een hoger of eerst een lager pensioen
Aegon informeert u tenminste 6 maanden voordat u met pensioen gaat over uw pensioen en over de keuzemogelijkheden die u heeft. Uiterlijk zes maanden voor pensionering krijgt u van hen een brief met de bijbehorende formulieren. Daarin worden de te maken keuzes uitgelegd. Ook van Transavia krijgt u een brief met een formulier voor de uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen of omgekeerd. Door dit formulier ingevuld en ondertekend door uzelf en (als u die heeft) uw partner aan Transavia terug te sturen kunnen zij uw keuzes meestal uitvoeren. Hieronder leest u meer hierover.
Bekijk goed de voor- en nadelen van de te maken keuzes. Vraag zo nodig extra informatie bij Aegon op of advies bij een pensioenadviseur. Een beslissing over de keuzemogelijkheden is eenmalig en niet terug te draaien.
Keuze ruilen deel ouderdomspensioen voor partnerpensioen
Partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt vanaf uw overlijden tot zijn of haar overlijden. Levenslang dus. U kunt er voor kiezen om een deel van uw ouderdomspensioen te ruilen tegen partnerpensioen. Uw ouderdomspensioen wordt dan lager. U heeft dit keuzerecht als u met pensioen gaat.
Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze’. Belangrijk is dat als u een partner heeft, hij of zij het formulier ook ondertekent. Laat u niets binnen 20 werkdagen horen, dan wordt er niet een deel van uw ouderdomspensioen geruild voor extra partnerpensioen.
Keuze ruilen deel partnerpensioen voor ouderdomspensioen
Partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt vanaf uw overlijden tot zijn of haar overlijden. Levenslang dus. U kunt er op de pensioendatum, samen met uw partner, voor kiezen om dit partnerpensioen helemaal of voor een deel te ruilen tegen extra ouderdomspensioen. Deze ruil kent een voor- en een nadeel. Het voordeel van ruilen is dat u een hoger ouderdomspensioen krijgt. Het nadeel is dat er aan uw partner geen partnerpensioen wordt uitgekeerd als u eerder dan uw partner overlijdt. Kiest u voor het ruilen van een deel van het partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen? Dan is er een (veel) lager partnerpensioen dan eerst het geval was. Wat voor u verstandig is, hangt af van uw situatie. Heeft uw partner een eigen inkomen, dan is het misschien een idee om een deel van het partnerpensioen te ruilen. Is uw partner financieel afhankelijk van u? Dan kunt u waarschijnlijk het beste het partnerpensioen niet ruilen. Misschien is het dan juist een idee om een deel van uw ouderdomspensioen te ruilen voor een hoger partnerpensioen.
Als u op uw pensioendatum geen partner heeft, dan wordt uw partnerpensioen automatisch geruild tegen een hoger ouderdomspensioen.
Voorbeeld
Het opgebouwde ouderdomspensioen van Evert Smit is € 40.000. Het partnerpensioen is € 28.000. Evert zijn vrouw heeft een eigen inkomen en daarom wil hij de helft van het partnerpensioen ruilen tegen een hoger ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen wordt nu ongeveer € 43.000 en het partnerpensioen € 14.000 bruto per jaar.
Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze’. Hebt u geen partner, dan hoeft u niets te doen. Wij ruilen dan automatisch uw partnerpensioen voor u in extra ouderdomspensioen.
Misschien wilt u eerder stoppen met werken dan de standaard pensioenleeftijd van 58. Dit is mogelijk. Voor de deelnemer (werknemer), maar ook voor de oud-werknemer die al uit dienst is. De deelnemer kan daarnaast er ook voor kiezen om gedeeltelijk eerder met pensioen te gaan. Bijvoorbeeld al voor 40% met pensioen op uw 55ste en nog 60% blijven werken. U ontvangt dan een deel van uw pensioenuitkering en nog een deel salaris. Dit kan alleen met toestemming van Transavia.
Maar eerder (gedeeltelijk) met pensioen gaan is duur. Want u spaart minder jaren voor uw pensioen en het pensioen wordt langer uitgekeerd. Uw pensioenuitkering wordt dus (veel) lager dan als het pensioen gewoon op 58 ingaat. Aegon kan voor u uitrekenen hoe hoog uw pensioen wordt als u het eerder (gedeeltelijk)laat ingaan.
Kunt u ook later met pensioen?
Misschien wilt u later met pensioen dan de standaard pensioenleeftijd van 58. Dit is mogelijk. Voor de deelnemer (werknemer), maar ook voor de oud-werknemer die al uit dienst is. Voorwaarde is wel dat u kunt aantonen dat u nog steeds werkt. U kunt uw pensioendatum uitstellen tot uiterlijk de datum dat u AOW gaat ontvangen. U vindt de AOW-leeftijd op svb.nl.
Als u later met pensioen gaat, wordt uw ouderdomspensioenuitkering hoger. Want uw pensioen wordt korter uitgekeerd. Aegon kan voor u uitrekenen hoe hoog uw pensioen wordt als u het later laat ingaan.
Hoe geeft u uw keuze door?
Bent u in dienst bij Transavia en wilt u eerder met pensioen dan op de standaard pensioenleeftijd van 58 jaar? Dat kan. Geeft u dan uw keuze uiterlijk 6 maanden voor uw gewenste pensioendatum door aan Transavia. Indien Transavia het verzoek goedkeurt, dan stuurt zij het door naar het pensioenfonds. Bent u oud-werknemer stuurt u dan uw wens voor eerdere pensionering aan Aegon. Dit moet uiterlijk 6 maanden voor de gewenste pensioendatum.
Wilt u later met pensioen ? Geef uw keuze dan uiterlijk 6 maanden voor uw 58ste aan het pensioenfonds door. U krijgt uiterlijk 3 maanden voor uw gewenste pensioendatum informatie over hoe hoog uw pensioen wordt op de gewenste pensioendatum. Indien u akkoord gaat, kunt u de offerte die meegestuurd wordt tekenen en terugsturen zodat het verzoek verwerkt kan worden en uw pensioen uitbetaald zal worden.
Standaard is dat u elk jaar dezelfde pensioenuitkering ontvangt. Vanaf pensionering tot aan uw overlijden blijft de uitkering dus even hoog. Maar u kunt er voor kiezen om eerst een aantal jaren een hogere uitkering te ontvangen, en de jaren er na een lagere. Of juist andersom. Dit kan ook als u eerder dan de standaard leeftijd van 58 met pensioen wilt. Misschien wilt u de eerste jaren van pensionering een hogere uitkering omdat u verwacht deze jaren meer geld nodig te hebben dan de jaren daarna. Bijvoorbeeld omdat u de eerste jaren nog geen AOW ontvangt. Of u wilt juist eerst een lagere uitkering, omdat u bijvoorbeeld een aantal jaren een lijfrente ontvangt. Voor beide keuzen geldt: u maakt de keuze voor een periode van 7 of van 12 jaar.
Voorbeeld
Evert Machielsen is 58 jaar. Hij heeft een pensioenuitkering bij ons pensioenfonds opgebouwd van € 60.000 bruto per jaar. Hij wil met pensioen gaan en de eerste jaren veel reizen. Dat kost geld. Bovendien ontvangt hij de eerste jaren dat hij met pensioen is geen AOW-uitkering. Daarom wil Evert de eerste jaren van pensionering een hoger ouderdomspensioen ontvangen dan de jaren er na. Hij kiest voor een periode van 7 jaar.
Evert ontvangt nu vanaf 58 tot 65 jaar een ouderdomspensioen van ongeveer € 72.000 per jaar. Vanaf zijn 65ste tot aan zijn overlijden krijgt hij dan ongeveer € 54.000 per jaar.
Hoe geeft u uw keuze door?
Hiervoor geldt hetgeen hierboven staat onder de vraag ‘Hoe maakt u een keuze?’. U krijgt uiterlijk 3 maanden voor uw pensioendatum informatie over hoe hoog uw uitkeringen dan worden. Indien u akkoord gaat kunt u het voorstel dat meegestuurd wordt tekenen en terugsturen zodat het verzoek verwerkt kan worden en uw pensioen uitbetaald zal worden.
Is uw pensioen waardevast?
De waarde van opgebouwd pensioen kan elk jaar afnemen vanwege inflatie/prijsstijgingen. Door middel van toeslagen kan deze waarde zo veel mogelijk op peil worden gehouden. Pensioenfondsen kennen hiervoor een toeslagbeleid.
Sinds 1 januari 2015 is het toeslagbeleid van het pensioenfonds gewijzigd in ‘niet doelgericht’. Dit betekent dat het pensioenfonds niet meer de ambitie heeft om de pensioenen jaarlijks te verhogen. Uw pensioen is dus niet waardevast. Uw opgebouwde pensioen zal daarom in waarde iets afnemen, elk jaar dat er inflatie is. Toch kan het bestuur van het pensioenfonds in een bepaald jaar besluiten om een toeslag te geven. Dit zal alleen zo zijn als het pensioenfonds voldoende geld heeft. Omdat bovendien de wettelijke eisen streng zijn, zullen toeslagen vermoedelijk niet vaak worden gegeven.
Toeslagen laatste 10 jaar
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers (de werknemers) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:
Per 1 juli 2019 over de periode van 1 januari 2018 tot en metr 1 januari 2019 met 0.96% | De prijsinflatie was 1,27% |
Per 1 juli 2017 over de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2017 met 0,00% | De prijsinflatie was 0,52% |
Per 1 juli 2016 over de periode 1 januari 2015 tot en met 1 januari 2016 met 0,00% | De prijsinflatie was 0,45% |
Per 1 juli 2015 over de periode 1 januari 2014 tot en met 1 januari 2015 met 0,00% | De prijsinflatie was -0,11% |
Per 1 juli 2014 over de periode 1 januari 2013 tot en met 1 januari 2014 met 0,00% | De prijsinflatie was 0,74% |
Per 1 juli 2013 over de periode 1 januari 2012 tot en met 1 januari 2013 met 1,16% | De prijsinflatie was 1,59% |
Per 1 juli 2012 over de periode 1 januari 2011 tot en met 1 januari 2012 met 1,58% | De prijsinflatie was 2,05% |
Per 1 juli 2011 over de periode 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2011 met 0,96% | De prijsinflatie was 1,90% |
Per 1 juli 2010 over de periode 1 januari 2009 tot en met 1 januari 2010 met 1,29% | De prijsinflatie was 067% |
Per 1 juli 2009 over de periode 1 januari 2008 tot en met 1 januari 2009 met 3,26% | De prijsinflatie was 1,44% |
Per 1 juli 2008 over de periode 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2008 met 2,58% | De prijsinflatie was 1,91% |
Per 1 juli 2007 over de periode 1 januari 2006 tot en met 1 januari 2007 met 1,48% | De prijsinflatie was 1,25% |
Per 1 juli 2006 over de periode 1 januari 2005 tot en met 1 januari 2006 met 1,45% | De prijsinflatie was 1,17% |
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen van de inactieve deelnemers (de oud medewerkers en de pensioengerechtigden) de afgelopen 10 jaar als volgt verhoogd:
Per 1 juli 2019 over de periode van 1 januari 2018 tot en met 1 januari 2019 met 0,96% | De prijsinflatie was 1,27% |
Per 1 juli 2017 over de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2017 met 0,00% | De prijsinlatie was 0,52% |
Per 1 juli 2016 over de periode 1 januari 2015 tot en met 1 januari 2016 met 0,00% | De prijsinflatie was 0,45% |
Per 1 juli 2015 over de periode 1 januari 2014 tot en met 1 januari 2015 met 0,00% | De prijsinflatie was -0,11% |
Per 1 juli 2014 over de periode 1 januari 2013 tot en met 1 januari 2014 met 0,00% | De prijsinflatie was 0,74% |
Per 1 juli 2013 over de periode 1 januari 2012 tot en met 1 januari 2013 met 1,19% | De prijsinflatie was 1,59% |
Per 1 juli 2012 over de periode 1 januari 2011 tot en met 1 januari 2012 met 1,54% | De prijsinflatie was 2,05% |
Per 1 juli 2011 over de periode 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2011 met 1,43% | De prijsinflatie was 1,90% |
Per 1 juli 2010 over de periode 1 januari 2009 tot en met 1 januari 2010 met 0,50% | De prijsinflatie was 0,67% |
Per 1 juli 2009 over de periode 1 januari 2008 tot en met 1 januari 2009 met 1,08% | De prijsinflatie was 1,44% |
Per 1 juli 2008 over de periode 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2008 met 1,91% | De prijsinflatie was 1,91% |
Per 1 juli 2007 over de periode 1 januari 2006 tot en met 1 januari 2007 met 1,25% | De prijsinflatie was 1,25% |
Per 1 juli 2006 over de periode 1 januari 2005 tot en met 1 januari 2006 met 1,45% | De prijsinflatie was 1,17% |
Kortingen laatste 10 jaar
Uw pensioenfonds heeft de opgebouwde pensioenen in de laatste 10 jaar niet gekort. Uw opgebouwde pensioen kan niet gekort worden, omdat het pensioenfonds een garantiecontract met Aegon heeft afgesloten. Dit betekent dat de verzekeraar de pensioenen die u opgebouwd heeft garandeert.
Als de financiële positie van een pensioenfonds niet voldoende is om de pensioenen te kunnen uitkeren, dan kan het pensioenfonds maatregelen treffen. Een pensioenfonds moet dan ook een herstelplan opstellen. Ons pensioenfonds heeft geen maatregelen hoeven treffen en heeft dus ook geen herstelplan.
Als u een klein pensioen heeft opgebouwd, kan het zijn dat ons pensioenfonds uw pensioen wil afkopen. Voor 2017 is een klein pensioen een pensioenuitkering dat minder dan 467,89 euro bruto per jaar bedraagt. Door de afkoop wordt de waarde van uw pensioen in een keer aan u uitbetaald onder aftrek van loonbelasting. Dit betekent dat er dan geen pensioen meer voor u bij Aegon staat.
Ook al woont u in het buitenland, u blijft verplicht in Nederland belasting te betalen over uw pensioen. Alleen als u gaat wonen in een land waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten kan de Belastingdienst aan het pensioenfonds toestemming geven om geen loonbelasting in te houden. Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u naar de website van de Belastingdienst.
Zodra u in het buitenland woont, bent u niet meer verzekerd voor de Nederlandse volksverzekeringen en stopt uw AOW opbouw. Indien u dat wilt en nog niet de AOW-pensioenleeftijd heeft bereikt, kunt u deze verzekeringen en de AOW-opbouw vrijwillig voortzetten. Dit moet u dan wel zelf regelen binnen één jaar na vertrek naar het buitenland. De premie hiervoor dient u zelf rechtstreeks aan de SVB te betalen. De SVB is de uitvoerder van de volksverzekeringen en de AOW. Op de website svb.nl vindt u alle informatie.
Verhuist u binnen Nederland dan hoeft u dit alleen door te geven aan de gemeente. Onze pensioenuitvoerders ontvangen deze melding dan automatisch. Verhuist u naar een ander land of wijzigt uw bank- of gironummer, dan bent u verplicht om dit zo snel mogelijk schriftelijk aan het pensioenfonds te melden. Ook ingeval van wijziging in uw persoonlijke leefomstandigheden (huwelijk, echtscheiding, partnerschap, kinderen e.d.) bent u verplicht dit door te geven aan het pensioenfonds. Geeft u dit niet of niet tijdig door, dan kan dit van invloed zijn op uw recht op pensioenuitkeringen. Hiervoor kunt u contact opnemen met de heer Paul Jenner (tel. 020-6046438 of via mail paul.jenner@transavia.com).
Vragen of meer informatie?
Hebt u nog vragen of wilt u meer informatie over de pensioenregeling? U kunt terecht bij het secretariaat van ons pensioenfonds SPTV (secretariaatSPTV@transavia.com).